De Kolder is een grap die zo wordt overdreven dat het niet moeilijk is om te begrijpen dat het een grap is. Dit is over het algemeen onschuldig en niemand wordt mee gekwetst. Het kan ook door iedereen begrepen worden.

Kolder wordt ook wel clowneske humor genoemd. Clowns zijn bedoeld als een soort kinderen die de wereld nog niet begrijpt. Onbevangen, open, onderzoekend en nieuwsgierig. Deze humor heeft ook wel een droefaspect, aangezien de clown altijd het slachtoffer is van zijn eigen grap en het zijn zicht op de wereld verpest. Clownshumor is non verbaal, vooral visueel en voorspelbaar.

Kenmerken van een Kolder: Ik- of hij/zij-vorm, overdreven, weinig details, voorspelbaar, schaterlach, werkelijkheid omgedraaid, zelf het slachtoffer, het onderwerp kan alles zijn en is voor jong en oud.

De poëtische vorm van Kolder is Limerick.

Kenmerken hiervan zijn het rijmschema (AA BB A), in de eerste regel wordt vaak een plaatsnaam genoemd, een vast aantal lettergrepen (77557).

 

Er was eens een kaasboer in Gouda

Die zat zat om de tafel zijn vrouw na

maar zij riep vief:

“Alles is relatief:

Als ik iets harder loop zit ik jou na!”

-Alex van der Heiden

 

‘Zolang je maar niet snurkt, kun je rustig slapen’

sprak een leraar wrang tegen twee heel suffe knapen.

‘u hebt gelijk, meneer’

sprak toen de oudste rakker

‘door dat gesnurk van ons wordt heel de klas soms wakker.’

John O’Mill

 

Opdracht 7

Schrijf een Limerick.

Zát’n twéé boer’n in de Áchtèrhoek

de één mólk de koeí’n, de ander hàd ‘n boek.

“Zeg doe ook ‘ns wát!

Je zit alléén op je lúië gát!”

“‘K zou wel will’n, màr mie krukk’n zien zoek!”

Joachim Meurer

 

Opdracht 8

Welke herinnering heb ik van een clown?

Een hele enge clown die armen van kinderen opat en daarna ook hun ziel. Het was nog best een leuke film :).