De klucht is een kort, humoristisch toneelstuk over een dagelijks onderwerp en vaak met een overdreven plat accent. Personages zijn vaak volks en bijna typetjes. De klucht ontstond in de 17e eeuw en kwam tegenover de tragedie om verveling te verdrijven, een remedie tegen melancholie. De klucht was redelijk realistisch. Eigenschappen van personages waren vaak overdreven. De personages verkleden zich vaak als iemand anders dan ze eigenlijk zijn, wat zorgt voor chaos. De verhaallijn was kort voor die tijd en ging aan een stuk door. Er was nadruk op een handeling die fout liep. Er was vaak overspel en bedrog wat voor een vlindereffect zorgde van slechte gebeurtenissen. De klucht was volksvermaak. De klucht ging vaak over dronkenschap, goedgelovigheid en alles wat god verboden had. Grof taalgebruik en sex. Maar er was altijd wel een moraal, zodat het publiek wijzer naar huis ging. In de 17e eeuw was lachen een serieuze zaak. Aan de ene kant zaten de Calvinistische dominees die nergens in de bijbel konden vinden dat Jezus had gelachen, dus mocht je niet lachen. Aan de andere kant waren er mensen die zeiden dat lachen gezond was. In die tijd was err veel depressie, de heldere kijk op de wereld verdween. Het publiek van de klucht bestond vooral uit nettere mensen die geen probleem hadden met het grove taalgebruik. Het moraal van een klucht bestond uit het tegenovergestelde van een personage. De bekendste schrijver van de klucht is J. A. Bredero. Kenmerken van een klucht: Plat taalgebruik, grove grappen, personage toont zwakheid van de mens aan, de hoofdpersonage is altijd het mikpunt, hartelijke lach, verhaal is makkelijk te volgen en daarom ook voor jong en oud, altijd op dezelfde manier opgebouwd, veel clichés.
Opdracht 9: maak een klucht.
Maak jouw eigen website met JouwWeb